In 2015 heeft de Nederlandse overheid de ambitie uitgesproken om in 2025 wereldwijd voorloper te zijn op het gebied van proefdiervrij onderzoek. De helft van het aantal dierproeven in Nederland moet dan vervangen zijn. Ook wetenschappers realiseren zich steeds vaker dat de dierproef niet het beste model is voor onderzoek, en ontwikkelen steeds meer alternatieve onderzoeksmodellen. Dit zijn mooie ambities, maar dit is niet terug te zien in het regeerakkoord dat eind 2021 is gepubliceerd. Stichting Proefdiervrij is ervan overtuigd dat door de ontwikkeling en implementatie van proefdiervrij onderzoek, proefdieren op een dag niet meer nodig zijn. Hiervoor is echter veel meer geld en tijd nodig.
Meer budget voor dierproefvrij onderzoek
Jaarlijks gaat er 2,5 miljoen euro naar het stimuleren van onderzoek zonder proefdieren. Dit lijkt een fors bedrag, maar het nieuwe kabinet heeft ook bekendgemaakt dat zij 5 miljard euro gaan investeren in wetenschappelijk onderzoek. Dit terwijl de meerderheid van de dierproeven in Nederland juist plaatsvinden voor deze wetenschappelijke onderzoeken. Proefdiervrij eist dat er meer budget vrij wordt gemaakt voor proefdiervrije innovaties in de begroting, zodat betere en snellere onderzoeksresultaten voor de mens worden gestimuleerd én dierenleed wordt voorkomen. De organisatie roept de regering op om het budget voor proefdiervrij onderzoek de komende jaren te verhogen naar 5 miljoen euro per jaar. Dit is slechts 0,5 % van het budget dat is gereserveerd voor het Fonds Onderzoek & Innovatie.
“De Nederlandse overheid is de grootste financier voor wetenschappelijk onderzoek in ons land. Daarom moeten ook zij serieus investeren in de ontwikkeling van proefdiervrij onderzoek, want alleen zo zorgen we voor beter en betrouwbaarder onderzoek voor mens en dier.” Saskia Aan, adviseur wetenschap en innovatie.
Wel in het lab, niet in de begroting
In Nederland wordt er jaarlijks op ruim 450.000 proefdieren getest. De meeste mensen denken dan aan muizen, ratten en apen, maar ook honden, katten, paarden, cavia’s, konijnen, hamsters, reptielen, schapen en koeien worden ingezet. In totaal worden er in Nederland jaarlijks meer dan 30 verschillende diersoorten gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Helaas is het zo dat de meerderheid (bijna 88%) van de dierproeven die in Nederland worden gedaan, een dodelijke afloop hebben. Ook worden er in Nederland jaarlijks ruim 400.000 ongebruikte proefdieren gedood, door fokoverschot. Dit kan en moet anders vindt Proefdiervrij.